Willem van Althuis was autodidact. Al vroeg zocht hij compensatie voor het harde materiële bestaan als straatmaker in literatuur, filosofie en tekenen. Aangemoedigd door Thom Mercuur, conservator, galeriehouder, oprichter en eerste directeur van het museum Belvédère in Oranjewoud bij Heerenveen, begon hij de geschiedenis van de moderne schilderkunst (met name Kandinsky en Klee) te bestuderen en verdiepte hij zich in de technieken van de oude Hollandse meesters. Op 37 jarige leeftijd begon hij zelf te schilderen. Uiteindelijk vond hij een eigen uitdrukkingsvorm die hem, aanvankelijk in kleine kring, maar later in bredere kring veel bewondering opleverde.
Zijn werk is op verschillende tentoonstellingen te zien geweest, zoals het Stedelijk Museum te Amsterdam, het Fries Museum te Leeuwarden, Kunstruimte Gemeente Heerenveen, Institut Néerlandais te Parijs en Museum Belvédère te Oranjewoud. Ook zijn er een aantal TV-uitzendingen geweest, zoals het NOS-programma Beeldspraak: Willem van Althuis en de kleur, een film van K. Schippers en J. Severijn (1976), Openbaar Kunstbezit: Het landschap in de kunst (1986) en de TV-uitzendingen in verband met de opening van het Museum Belvédère te Oranjewoud en de eerste tentoonstelling in dit museum van Willem van Althuis (2004-2005). Het werk van Willem van Althuis maakt ook deel uit van de vaste collectie van Museum Belvédère.
Veel van het werk van Willem van Althuis is in het bezit van particulieren, maar ook zijn er werken aangekocht door het Stedelijk Museum te Amsterdam, PTT Den Haag, de Provincie Friesland, het Fries Museum te Leeuwarden en de Gemeente Heerenveen. Kort na de oprichting van de stichting (8 juni 2005) overleed Willem van Althuis op 9 oktober 2005.